Kwartaal 1

NaSk Lessen

Thermometer ijken

Aan het begin van de eerste les hebben we voor de eerste keer een thermometer gemaakt. We moesten de temperatuur meten van kokend en ijskoud water. Wij gingen ook de thermometer ijken. Bij het ijken ga je kijken waar het nulpunt en honderdpunt is. Als je weet waar de nulpunt en honderdpunt is, zet je een streepje naast allebei de punten. Ten slot zet je ook streepjes met dezelfde tussenruimte tussen het nulpunt en honderdpunt. Als cijfer hadden we alle vier een tien. 

Electriciteit opdracht

Aan het begin van de les gingen we spullen testen of het geleider of isolator was. We gingen kijken of het lampje aanging wanneer we spullen gingen testen. Geleider is als de stroom erdoorheen kan en isolater juist niet. We hadden 2 soorten kleuren kabels. We hadden rode kabel en een rode kabel. De rode kabel deed je in de + en de zwarte in de min. + is waar de elektriciteit uitkomt en - waar het weer terug in de geleider gaat. 

Als je de rode en zwarte kabels tegen elkaar aan deed ging het lampje branden, maar als je de kabel niet via het lampje tegen elkaar doet kan er een kortsluiting ontstaan.


Reageerbuisjes

Je kan stoffen ordenen door kleur: je weet als je witte korreltjes ziet dat het of suiker of zout is. Als je een doorzichtig vloeistof ziet kan het azijn of water zijn. En als je bruine korreltjes ziet kan het basterdsuiker zijn of zand. Om te weten of de vloeistof water of azijn is kan je eraan ruiken, maar je moet met behulp van je hand ruiken. Bij een vloeistof komt er meestal damp uit het buisje, dus dan moet je die damp met behulp van je hand in jouw richting waaien.

FIFAX Korrel ontstopper

Wij hadden een aantal vragen die we daarover moesten beantwoorden 

Verkoop praatjes 

-Heb je ook last van een verstopte afvoerbuis? Koop nu deze korrelontstopper van FIFAX!

Vast of vloeibaar? 

-Het zijn vaste korrels

Veiligheid

-Het is veilig verpakt maar is schadelijk voor huis.

Betekenis veiligheidstekens

-Bijtend en niet mengen

Andere gevaren?

-Nee

Voorzorg maatregelen

-Buiten bereik van kinderen

Water koken met vlammen

We begonnen de les met een uitleg over hoe we met de brander moesten omgaan. Daarna begonnen we met de proefjes. We gingen water koken met vlammen en moesten een waarneming erove maken. zodra het vuur contact maakt met het bekertje dan komt er condens aan de buitenkant na ongeveer 30 seconden later. Het kookpunt van water is 100ºC en het smeltpunt is 0ºC.

SLO-Doelen

Samenvatting NaSk SLO Doelstellingen 


 1.1.1 Je deelt stoffen in op kleur, geur, oplosbaarheid in water, elektrische geleidbaarheid, kookpunt, smeltpunt en geluidssnelheid. Je kunt stoffen sorteren op kleur = als je witte korrels ziet, weet je dat het suiker of zout is. Als u een heldere vloeistof ziet, kan dit azijn of water zijn. En als je bruine korrels ziet, kan het poedersuiker of zand zijn. Om te weten of de vloeistof water of azijn is, kun je eraan ruiken, maar je moet het met je hand ruiken. Stoom komt meestal met de vloeistof uit de pijp, dus je moet de stoom met je hand naar je toe blazen. Waterzuivering vereist een waterontharder die grote en kleine stenen en zandkorrels bevat. Je moest met een trechter drainwater in de waterontharder doen en als al het water op is, moet je Nori in het waterfilter doen en als het water ook op is moet je het koken en dan is het water schoon en veilig om te drinken. Bij 0 graden Celsius is ijs op zijn smeltpunt en bij 100 graden kookt het. 

 1.1.2 Je legt aan de hand van de beweging van moleculen uit hoe verwarming of afkoeling in stoffen faseveranderingen kan veroorzaken, en je vergelijkt stoffen op basis van fasen en faseveranderingen. De temperatuur van de vaste stof is laag. Als je een vaste stof verwarmt, verandert deze in een vloeistof en beginnen de moleculen zich een beetje uit te spreiden, maar ze zijn nog steeds dicht bij elkaar. Als je ook een vloeistof verwarmt, verdampt het en wordt het een gas, waardoor de moleculen uit elkaar vallen. Naarmate je gas rijpt, wordt het weer een vaste stof en komen de moleculen weer dicht bij elkaar. Als je een vaste stof in een gas wilt veranderen, moet je hem sublimeren. En als je een gas in een vloeistof wilt veranderen, moet je het comprimeren. En als je van een vloeistof een vaste stof wilt maken, moet je er een vaste stof van maken. 

 1.1.3 Je legt de gevaren uit die verbonden zijn aan het gebruik van bepaalde stoffen en begrijpt hoe deze gevaren worden aangegeven op waarschuwingslabels en labels, zoals ontvlambaarheid, toxiciteit, explosief Alcoholen, benzeen, chloor en ammoniak. Ze kunnen gevaarlijk zijn bij inademing, inslikken, contact met huid, ogen of kleding, in de buurt van branddoeken en bij vermenging met andere stoffen. Als iets bijtend is, geeft het pictogram aan dat de stof op handen en kleding is gespoten, wat betekent dat het materiaal de ogen en de huid ernstig kan beschadigen. Als er iets kan ontploffen, zie je iets ontploffen op het pictogram, wat betekent dat het stof kan ontploffen met een vonk of impact. Als de stof brandbaar is, ziet u een vlam op het waarschuwingslabel, wat betekent dat de stof gemakkelijk vlam kan vatten. Wanneer iets oxideert, zie je een vlamcirkel rond het pictogram, wat betekent dat de stof ervoor kan zorgen dat ontvlambare stoffen intenser gaan branden. Als iets giftig is, zie je een schedel met een kruis op de foto, wat betekent dat de stof je ernstig ziek kan maken of je kan doden. Als iets schadelijk of irriterend is, toont het pictogram een ​​uitroepteken, wat betekent dat het schadelijk is en de ogen en de huid kan irriteren. 

 1.1.4 Aan de hand van het moleculaire model leg je uit waarom stoffen verschillende dichtheden hebben en bereken je de hoeveelheid materie op basis van massa en volumedichtheid. Een vaste stof heeft een hogere dichtheid omdat de moleculen dichter bij elkaar staan. Een vloeistof heeft een lagere dichtheid omdat de moleculen minder op elkaar liggen. En gas heeft de laagste dichtheid omdat de moleculen volledig gescheiden zijn. Dichtheid wordt berekend uit de massa en het volume van een stof. Om erachter te komen hoe groot de massa is, moet je hem wegen en de lengte x breedte x hoogte doen om het volume te bepalen. 

 1.1.5 U geeft aan dat u zinkt, drijft of drijft op basis van de dichtheid van stoffen of voorwerpen. Als een voorwerp een hogere dichtheid heeft dan water, zinkt het. Als een voorwerp dezelfde dichtheid heeft als water, zal het drijven. Als een voorwerp een kleinere dichtheid heeft dan water, blijft het drijven. Olie is bijvoorbeeld lichter dan water en blijft dus drijven. Maar ijzer zinkt bijvoorbeeld omdat de dichtheid hoger is dan die van water. Dichtheid van water 1 kg/dm3 

 1.1.6 U legt uit waarom u een stof voor een bepaald doel kiest aan de hand van informatie over de thermische geleidbaarheid en ontvlambaarheidseigenschappen. Je kunt bijvoorbeeld de stof water nemen. Omdat water vloeibaar is, gaat het gemakkelijk door leidingen. Water kan ook warmte opnemen en afgeven. En het water is onbrandbaar en ook nog eens veilig. Aluminium is bijvoorbeeld licht en kan goed tegen hitte, dus gebruiken ze aluminium om dingen vast te pakken of warm te houden. 

 1.1.7 Je legt uit hoe drinkwater wordt gewonnen uit grond- en oppervlaktewater, hoe dit water wordt gezuiverd en via waterleidingen wordt getransporteerd Grondwaterproductie begint bij grondwater. Bedrijven halen water op. Om ondergronds water drinkbaar te maken, moet het eerst worden gereinigd met grind, dan met zand en tenslotte weer met zand voor een nog betere reiniging. Het water komt dan in de tank. En met de pomp bereikt al het water de huizen. De productie van oppervlaktewater begint met water op de grond. De pompmachine pompt het water naar een andere plaats. Het water komt eerst door de Biesboschbaden, dan door het berenplatenbad, dan door de microschermen, dan gaat het water door het ijzeren modderfilter, dan gaat het door het dubbellaags filter met zand en antraciet, en gaat dan door de .


Kwartaal 2

Licht en Geluid

2 'Brandende' Kaarsen

Je kijkt naar de reflectie van het vlammetje. Daardoor lijkt het alsof er twee kaarsen branden, maar je kijkt naar hetzelfde punt. Lichtstralen gaan in de tegenovergestelde richting van de tijdlijnen naar het vlammetje, bijvoorbeeld: je hebt de hoek van inval en de hoek van terugkaatsing.


Playmobil

We moesten de poppetjes zo positioneren dat je een weerspiegeling had maar dan omgekeerd. Hoe dichter bij, hoe kleiner. Het werkte als een mensen oog, zo werd hij omgekeerd gespiegeld maar heel precies met de goede afmetingen. Ook kregen wij er een blaadje bij met vragen. Daarin zat een vraag dat je het poppetje van een bepaalde afstand moest zetten, zo werd het poppetje groter en kleiner.






lichtstralen

wij kregen allemaal vormpjes en er was licht als je de vormen goed het kreeg je bepaalde vormpjes die vormpjes tekende we na het was omtrekken want als jij je schrift neer zetten dan kwam er een schaduw en als je dan die lijntjes tekende dan had je die vormpjes op papier

Geluidspracticum 

wij hadden een practicum uitgevoerd door mijn mentor en docent meneer van de berg mijn mentor sloeg de stemvork aan en zo was er een andere stemvork aan de andere kant van het lokaal die ook trilde ook mochten we de stemvork aanrakken hij trilde en het voelde heel raar aan alsof ik een kleine schok krijg aan me vinger dat kwam omdat de stemvork heel snel bewoog

SLO Leerdoelen

3.1.1

Je hebt meerdere directe lichtbronnen. Zo heb je een zaklamp die een divergerende straal geeft, je hebt ook een laser die een parallelle lichtstraal geeft en als je het licht op een vergrootglas zet, krijg je een convergerende straal. Wanneer zonlicht op een boom schijnt, ontstaat diffuse reflectie. Dit betekent dat parallelle lichtstralen op het object schijnen en vervolgens gaan de lichtstralen alle kanten op.

3.1.2

Van onderaf is te zien dat een brede lichtbron op een ondoorzichtig object valt. Je zult ook penumbra's en paraplu's zien. De donkerste plaats waar de schaduwen elkaar overlappen, is de hoofdschaduw. Links en rechts van de hoofdschaduw is een lichtere halfschaduw te zien. Hier kan licht van de ene lamp komen, maar niet van de andere.


3.1.3

Met een driedubbele spiegel kun je de reflectie van een object aan de andere kant zien. Dit komt omdat de lichtstralen op de ene spiegel schijnen die de lichtstraal op een andere spiegel weerkaatst en zo de lichtstraal de andere kant bereikt. U staat bijvoorbeeld achter een driewegspiegel met uw linkerarm geheven, maar het lijkt alsof u uw rechterarm opheft. Met een gebogen spiegel zie je meer dan met een platte spiegel. Dit komt doordat bij een bolle spiegel de reflectie naar buiten gaat waardoor je beter zicht hebt. Bij het kijken door een vlakke spiegel is de reflectiehoek kleiner dan bij het kijken door een gebogen spiegel.

3.1.4

Linksonder zit een convexe lens die taps toeloopt. Als je een voorwerp voor een bolle lens plaatst en er licht op laat schijnen, zie je een afbeelding van dat voorwerp. Dit komt omdat een bolle lens convergeert als alle lichtstralen op één plek samenkomen, wat je de focus noemt. Als je een plaat of plat voorwerp op dit focuspunt plaatst, zal je beeld het scherpst zijn, hoe verder weg van het focuspunt, hoe vager het zal zijn. Het adaptieve oog werkt op dezelfde manier, maar dan beter. Je ogen passen de kracht van de lens aan om altijd duidelijk te zien op de gewenste afstand.

3.1.5

Wanneer je wit licht in een prisma schijnt, splitst het licht zodat je alle kleuren wit ziet en dit een spectrum wordt genoemd. Hieronder staat aangegeven hoe de kleuren uit de regenboog komen, maar hoe werkt het precies? De dichtheid van water verschilt van de dichtheid van lucht. Daarom zou de lucht bij het verlaten van de regendruppel breken en in verschillende kleuren splitsen: het prisma-effect.

3.1.6

De primaire kleuren van licht zijn rood, groen en blauw. Dat merk je als je dicht bij het scherm zit en naar de pixels kijkt. Zie onderstaande afbeelding om te zien hoe je een kleur kunt voorspellen op basis van de kleur van het licht. Voorbeeld: rood, groen en blauw worden samen wit.

3.2.1

Je hoort geluid door middel van trillingen. Elke geluidsbron trilt zoals je stem of spreker. Als je met iemand praat, beginnen je stembanden te trillen. Deze trillingen komen met een bepaalde snelheid de lucht in die wordt berekend op basis van hoe lang je iets hoort en waar je bent, je bent bijvoorbeeld buiten en je hoort elke 3 seconden bliksem. Dan doe je 3 x 3

3 m/s en dat is ongeveer duizend meter en dat is een kilometer. Geluid beweegt met drukveranderingen, ze zijn als golven en brengen geluid naar de oren.

3.2.2

We spreken van lawaai als iemand wordt gestoord door een hoorbaar geluid. Verschillende factoren die gehoorbeschadiging kunnen veroorzaken, zijn onder meer geluidsoverlast, langdurige blootstelling aan matige geluidsniveaus en leeftijd.

3.2.3

Wanneer de frequentie toeneemt, wordt het geluid luider. Hogere hoogten hebben ook meer golven per seconde dan lagere hoogten. Een hoge toon toont meer golven en hogere golven op de oscilloscoop dan een lagere toon toont steeds minder golven op de oscilloscoop.

3.2.4

decibel wordt gebruikt om geluid te meten. Een verdubbeling van het volume voegt 3 decibel toe. Zo werkt het met een oscilloscoop: hoe hoger de golven, hoe harder het geluid.

3.3.1

Je kunt infrarood licht niet zien met het blote oog, maar je kunt het wel zien met de camera van je telefoon. Ultraviolet licht is met het blote oog niet te zien, maar wel voelbaar. Ultraviolette straling kan de huid verbranden. Hieronder staat wat mensen niet met het blote oog kunnen zien en wat ze wel kunnen zien. Ook op werkplekken wordt UV-licht gebruikt, bijvoorbeeld om de lucht in ziekenhuizen te desinfecteren. Infrarood licht wordt ook gebruikt als afstandsbediening zodat mensen niet boos worden bij het gebruik van de afstandsbediening.

3.3.2

Voorbeelden van ioniserende straling zijn: gammastraling, röntgenstraling en alfastraling. Bij overmatige blootstelling kan ioniserende straling schadelijk zijn voor de gezondheid. Dit kan cellen beschadigen of zelfs DNA-schade veroorzaken.

3.3.3

Hoe u zich kunt beschermen tegen straling. Er zijn veel mogelijkheden, zoals 's nachts alle elektriciteit afsluiten of jezelf beschermen door alle ramen dicht te doen. Maar ik denk dat je jezelf het beste kunt beschermen door alle ramen te sluiten, want de straling komt niet binnen, en als je gewoon alle elektriciteit uitschakelt, kan het toch binnendringen.

3.3.3.3

hoe jij geld kan maken zonder dat jij iets doet je start met 5 euro vervolgens stop jij het in EHT investeert vervolgens wacht je een paar jaar open jij je bitcoin kluis en zie je dat je paar hondereden hebt gemaakt

Kwartaal 3

Wormgaten

Stellarium


Stellarium is een website waar je verschillende functies en knoppen hebt om planeten, sterrenbeeld, poolster etc te bekijken. Het is heel interessant, omdat je veel nieuwe dingen ervan kan leren en het kan handig zijn voor in de toekomst. Ik weet nu bijvoorbeeld hoe je poolster kan vinden, hoe de sterrenbeelden in elkaar zitten en hoe je op een bepaalde perspectief een hemellichaam kan bekijken.


Proef werken met een sterrenkaart

Maagdenburger halve bollen

De maagdenburger halve bollen zijn twee halve bollen die aan elkaar worden geplakt met geen zuurstof ertussen. Doordat er geen zuurstof tussen is, is het erg lastig om de halve bollen uit elkaar te trekken. Uiteindelijk lukte het wel om ze uit elkaar te trekken.

Leerdoelen

Met leerdoelen bewijzen wij wat we hebben geleerd in deze periode van onze boek

Leerdoel 5.1.1

Je legt de bouw van ons zonnestelsel uit (planeetbanen, maan-aardestelsel, satellieten) en je licht de dimensies (grootte, afstanden) toe met modellen.

Ons zonnestelsel bestaat uit de zon, acht planeten roteren rond de zon en gedraaid rond deze planeten. De aarde is als een platte schijf genaamd gele gebogen schijf. De planeet roteert rond de zon op een min of meer cirkelvormige baan. De afstand en grootte van de aarde zijn erg groot. Je weet dit, we kunnen de zon verminderen tot basketbal, en dan is de aarde slechts 24 meter! De maan is ongeveer 1/4 van de aarde, bijna 384.400 kilometer rond de baan. De afstand tussen planeten is o ok erg groot, dus hebben we een verhoudingsmodel gemaakt om ze beter te begrijpen. Satellieten zoals kunstmatig personeel dat op verschillende hoogten rond de aarde rond de aarde rennen. Het zonnestelsel is een interessant en complex systeem en we kunnen nog steeds veel leren.

Leerdoel 5.1.2

Je legt met modellen uit dat de beweging van de aarde om de zon en van de maan om de aarde natuurverschijnselen veroorzaken en je beschrijft gewichtsloosheid met een voorbeeld.

De bewegingen van de aarde rond de zon en de maan rond de aarde hebben natuurlijke fenomenen veroorzaakt. Door de rotatie van de aarde zijn de seizoenen constant dag en nacht, rondom de zon. De maan biedt ups en downs en overstromingen. Dit komt omdat de maan wordt aangetrokken tot de aarde. Vanwege deze aantrekkelijkheid is de vorm van het water op aarde veranderd en stijgt het tij.Als er geen zwaartekracht is, zal dit afvallen. Wanneer astronauten bijvoorbeeld in de ruimte zweven. Omdat de kamer bijna geen zwaartekracht heeft, lijken astronauten onbelangrijk en drijven ze in de kamer. Dit komt omdat er geen tegenaanval in de kamer is om ze naar beneden te trekken. Als je bijvoorbeeld een bal omhoog gooit, zal deze opnieuw vallen vanwege de zwaartekracht van de aarde. In de kamer bestaat deze zwaartekracht niet en zal de bal rechtdoor blijven bewegen. Dit is ook de manier waarop het werkt met astronauten in de ruimte.

Globale Leerdoelen

Je verzint een Hoofdvraag met aantal Deelvragen erbij waar je een onderzoek mee gaat doen.

Je gaat een slimme manier zoeken om Betrouwbare/Goede bronnen te vinden en gebruiken.

Je gaat de bronnen gebruiken en zoekt de info die jij nodig hebt voor je onderwerp. Zoek naar trefwoorden of kernwoorden.

Je beantwoordt de Hoofd/Deelvragen met de info die je hebt gevonden op de betrouwbare bronnen. Met die info ga je een Verslag, Tabel of een conclusie eruit halen van wat je nodig hebt voor je onderwerp. Hiermee ga je presenteren of inleveren bij de docent.

Zonnestelsel

Maak een gratis website. Deze website werd gemaakt met Webnode. Maak jouw eigen website vandaag nog gratis! Begin